Deze column is eerder verschenen op CHANGEYOURBUSINESS.NL
Dit jaar heb ik weer de Vierdaagse gelopen. Zestiende keer dat ik meedeed, inclusief de Vierdaagse die één dag duurde. Het is een traditie, die ik eigenlijk niet wil missen, maar waarvan ik eigenlijk ook niet zo goed weet waarom dat zo is. Er zijn qua natuur veel mooiere vierdaagse tochten, maar de sfeer bij de Vierdaagse is niet te vergelijken met wat voor een tocht dan ook. Ik heb wel eens de een meerdaagse wandelmars in Diekirch (Luxemburg) gelopen of in Blankenberge (Vlaanderen), maar daar finish je gewoon tussen winkelend publiek, zonder enige vorm van interesse van dat publiek.
Juist de aanmoedigingen en bewondering maakt de Nijmeegse Vierdaagse zo bijzonder. Allerlei mensen langs de kant die van de Vierdaagse hun eigen feestje maken. Gaat het om de kick van het krijgen van bewondering en applaus? Iets wat we verder eigenlijk zelden krijgen. En natuurlijk zijn die bewondering en applaus niet voor de individuele loper (als je in jouw eentje zou lopen staat er echt niemand), maar voor die loper als onderdeel van een collectief. Als onderdeel van een megahappening.
Het groepsgevoel is bij de Vierdaagse erg belangrijk. Je maakt samen deel uit van een enorme ‘beweging’. Samen bén je de Vierdaagse. Juist de massaliteit geeft het festijn ook zijn grootsheid. Maar gelijktijdig hebben veel lopers en er ook behoefte aan hun eigen ‘anders zijn’ (en dan heb ik het niet over roze woensdag) te accentueren. Door bijzondere en opvallende kleding. Wij zijn samen, maar ik ben ook bijzonder… Dit jaar liep ik zonder wandelmaat. En veel mensen vragen dan of het vervelend is om alleen te lopen. Eén tussen de meer dan 40.000. Ik kan overigens binnen die massaliteit prima mijn rust vinden. Toch ook op momenten een bijna meditatief gebeuren. Ik woon zo’n 100 meter van de Wedren en de Vierdaagse speelt dus ook echt rond mijn huis. Ik zou denk ik weggaan als ik niet zou meelopen. Ik zou mij ergeren aan al die mensen die mijn omgeving confisqueren en die bijvoorbeeld denken dat verkeersregels niet meer bestaan. Nu ik zelf mee doe is dat geen enkele bron van ergernis. Laat weer eens zien dat de beleving erg bepaald wordt door jouw betrokkenheid. Als we ergens bij horen gelden er kennelijk andere normen.
En dit jaar liep ik voor het eerst de 30 km. Dat was toch nog wel een ego-dingetje. Erkennen dat je ouder bent. Is die 30 nog wel een echte Vierdaagse en niet een duidelijk mindere prestatie dan de 40 km of natuurlijk nog beter de 50? Vergeten dat die leeftijdsgrenzen ook ergens op gebaseerd zijn. Met 65 jaar de 30 lopen is een vergelijkbare prestatie dan met 30 jaar de 50 lopen. Maar geloof ik dat diep in mijn hart ook? En wat doe ik volgend jaar?
Voor mij is de Vierdaagse een mix tussen sportiviteit en carnaval. Het bier na het wandelen smaakt mij prima en na het finishen is er toch een vorm van feestvreugde. Mede-lopers ontmoeten. Kijken naar de mensen die net op tijd binnenkomen of net te laat zijn. Verbroedering. Mooi dat de vierdaagse er is!
Wouter van der Loon
Docent, organisatiecoach en mediator